Kwik, Kwek en Kwak
Kwik, Kwek en Kwak logeren al aardig wat jaartjes bij hun oom Donald. En ze hebben al heel wat meegemaakt!
en de kleuren van
![]() |
kwik heeft rode kleding aan en fungeert als de leider van de drie. |
![]() |
kwek heeft blauwe kleding aan en is de slimste van het stel. |
![]() |
kwak heeft groene kleding aan en is de creatieveling. |

Een opvliegend mannetje In de vroege
tekenfilms en de eerste strips leerde het Amerikaanse publiek Donald Duck kennen
als een opvliegend mannetje, dat zijn driftbuien niet onder controle heeft en
daardoor maar al te vaak in de problemen raakt.

Donald als opvoeder Maar in 1938
krijgt Donald een belangrijke taak: de opvoeding van zijn drie neefjes, Kwik,
Kwek en Kwak. En dat is niet altijd even makkelijk! Vooral in het begin was hun
gedrag beneden alle peil. Ze maakten van Donalds huis een puinhoop en ze hadden
weinig respect, of aandacht, voor zijn gezag.
Dumbella
De afkomst en achtergrond van de neefjes zijn altijd vrij vaag gebleven. In het
filmpje Donalds Nephews van 14 april 1938 blijkt Donald plotseling een
zuster te hebben. Dumbella is haar
naam, maar niemand krijgt haar ooit te zien. Donald ontvangt een briefkaart die
ze hem geschreven heeft om te vertellen dat ze haar drieling naar hem toestuurt.


Krantenstrip Al iets eerder, op 17
oktober 1937, kunnen de Amerikaanse krantenlezers kennisnemen van de
kwajongensstreken van de neefjes. Dit stripje is getekend door Al Taliaferro en
geschreven door Ted Osborne. Deze eerste stripverschijning is wel gebaseerd op
de tekenfilm, die toen nog in de maak was.

Een briefje van moeder In dit eerste
stripverhaal krijgen de lezers wat meer gegevens dan in de tekenfilm. In
Dumbella's brief wordt vermeld dat zij het op doktersadvies rustig aan moet
doen. Om de handen vrij te hebben stuurt Dumbella haar kroost een paar weken
naar haar broer. Die paar weken lijken een eeuwigheid, want de neefjes zijn
nooit meer teruggegaan en zullen voor altijd bij hun oom blijven wonen.

Drie
belhameltjes Kwik, Kwek en Kwak waren de eerste jaren, zowel in de
films als in de strips, ongelooflijke kwelgeesten en brokkenmakers. De neefjes
treiterden Donald onverbiddelijk wanneer hij in huis werkte of met Katrien
op stap was.


Een heel
ondeugende streek Ze gingen zelfs zo ver, dat ze in de film Soup's
On (1948) hun oom ervan overtuigden dat hij was gestorven en een engel was
geworden. Terwijl hij bewusteloos was, hulden ze hem in een engelengewaad en
hesen hem de lucht in. Maar toen de waarheid aan het licht kwam, en dat geldt
voor alle films waarin ze samen optreden, toonden de neefjes zo veel berouw en
sympathie dat zelfs Donald versteld stond.
Drie kleine
avonturiers In de strips krijgen de neefjes echter gaandeweg een andere
rol. Het is de tekenaar Carl
Barks die ze wat meer verantwoordelijkheidsgevoel geeft. Soms zijn ze zelfs
verstandiger dan Donald! Hun ooms Donald en Dagobert nemen ze mee op grote en
spannende avonturen en daardoor worden ze al vlug wat serieuzer.
De Jonge
Woudlopers Ernstig en plichtsgetrouw worden ze al helemaal wanneer
Carl Barks in 1951 de Jonge
Woudlopers introduceert! Kwik, Kwek en Kwak worden strijders voor een
schoner milieu en bescherming van de natuur. En hierbij krijgen ze ook wel eens
aan de stok met hun eigen oom
Dagobert.


Een handig handboek! Op school wil
de drieling nog wel eens ondeugend zijn. Maar ach, waarom zou je saaie lessen
volgen als je zo'n geweldig Woudlopers
Handboek hebt, waarin werkelijk alles staat wat je moet weten?

DuckTales In 1987 keren de neefjes
ook weer terug op het scherm. In de televisieserie Duck Tales vergezellen ze oom
Dagobert op vele spannende avonturen, die meestal gebaseerd zijn op de
stripverhalen van Carl Barks.

Quack Pack In 1990 komt er nog een
tekenfilmserie met de neefjes: Quack Pack. In deze serie zijn de neefjes een
stuk ouder en hebben ze verschillende karaktereigenschappen. Zo is Kwik
duidelijk de leider van de groep, Kwek de computertechneut en Kwak de sportieve
van de drie.
Oei, drie
nichtjes! Door de jaren heen kregen de neefjes al regelmatig te maken
met Lizzy,
Juultje en Babetje, de drie nichtjes van Katrien. Maar vanaf 1998 kunnen de
lezers van de Nederlandse Donald Duck genieten van een serie grappen die
helemaal om deze zes eendjes draait: de Duckies!

Een meester en
klasgenootjes En in 2000 leren we ook nog eens meester
Warbol en de klasgenootjes van de Duckies kennen! De belevenissen van de
Duckies kun je lezen in de albums 50 Vrolijke Grappen van de Duckies en
50 Vrolijke Schoolvoorbeelden van de Duckies.

Vier
neefjes? In sommige stripverhalen duikt per ongeluk wel eens een vierde
neefje op. Waarschijnlijk is de tekenaar dan zo geconcentreerd bezig, dat hij
niet in de gaten had dat hij al drie neefjes af had en hij rustig aan een vierde
begon. Dit neefje noemen we voor de grap Kwok. Zie je waar hij zich verstopt
heeft in het onderstaande plaatje?


De echte Kwik, Kwek en Kwak? De
tekenaar Al Taliaferro heeft overigens wel eens in een interview gezegd dat de
Engelse namen van de neefjes zijn afgeleid van bestaande personen. Zo is Kwik
(Huey) vernoemd naar de politicus Huey Long uit Louisiana, Kwek (Dewey) naar
Thomas Dewey, een politicus uit New York, en Kwak (Louie) naar animator Louie
Schmitt.

Buitenland In Amerika heten Kwik,
Kwek en Kwak dus Huey, Dewey en Louie. Maar hoe heten ze eigenlijk in andere
landen? Spanje: Hugo, Paco y Luis Denemarken: Rip, Rap
og Rup Duitsland: Tick, Trick und Track Finland:
Tupu, Hupu ja Lupu Frankrijk: Riri, Fifi et
Loulou Noorwegen: Ole, Dole og Doffen Turkije:
Can, Cin ve Cem Portugal: Huguinho, Zezinho e
Luisinho Hongarije: Viki, Niki és Tiki En wist je
trouwens dat de neefjes in hun eerste Nederlandstalige verschijningen in België
nog Loeki, Joost en Victor heetten?

Soms kwajongensachtig en soms heel wijs. De neefjes
verschijnen precies zoals het in ieder verhaal te pas komt. Maar een ding is
zeker: ze zijn niet meer weg te denken uit het leven van hun oom Donald!